Versie 1.0
Vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering op 1 juni 2021.
Introductie
Bij Sportvereniging V.I.O.S. staan plezier en sportiviteit op nummer 1. Een
veilig sportklimaat zal altijd nagestreefd worden door de leden en het
bestuur. Het ligt totaal niet in de lijn van Sportvereniging V.I.O.S. om leden
op enigerlei wijze te straffen. Dat betekent echter niet dat we elk gedrag
zullen tolereren. Met onderstaand reglement in de hand, zal het bestuur
trachten om al hetzelfde gedrag op één lijn te beoordelen, en waar nodig
bepaald gedrag te straffen.
We hopen ten zeerste dat we het reglement nooit nodig zullen hebben. Het
schept echter wel enige duidelijkheid voor de leden en het bestuur welke
maatregelen verwacht kunnen worden bij bepaald gedrag. Het verdient wel
nog opmerking dat dit reglement geldt als leidraad en niet voor alles
exclusief is bedoeld. Afhankelijk van de specifieke situatie kan het bestuur
besluiten af te wijken van het reglement. Het bestuur is statutair bevoegd
om te straffen indien de belangen van de vereniging worden geschaad, ook
als dat gedrag niet in dit reglement vermeld staat.
Dit reglement geldt wel als invulling voor sommige bepalingen in de
statuten. Dit betreffen de minima en maxima voor de hoogte voor
tuchtrechtelijke boetes en lengte van schorsingen (zie artikel 6 lid 3 en 6
Reglement tuchtrechtspraak).
Indien een lid of andere betrokkene meent dat er aangifte bij de politie
gedaan moet worden vanwege een strafbaar feit, dan raden we zeker aan
dat u dit doet. U moet dit echter wel zelf doen, want het bestuur kan dit
niet voor u doen.
Bij vragen en opmerkingen kunt u altijd terecht bij het bestuur via bestuur@svvios.nl.
Inhoud
Artikel 1. Algemene bepalingen
Artikel 2. Strafbaarheid
Artikel 3. Bevoegdheid bestuur
Artikel 4. Wijze van totstandkoming
Artikel 5. Ongewenst gedrag
Artikel 6. Strafbepalingen
Artikel 7. Slotbepalingen
Artikel 1. Algemene bepalingen
- Waar in dit reglement wordt verwezen naar ‘Statuten’, worden hiermee bedoeld de statuten van Sportvereniging V.I.O.S.
- Waar in dit reglement wordt gesproken van ‘het bestuur’, wordt hiermee bedoeld het bestuur van Sportvereniging V.I.O.S.
- De algemene vergadering is bevoegd tot het vaststellen van een reglement tuchtrechtspraak, ex artikel 7 lid 3 sub b Statuten.
- Dit reglement kan op geen enkele wijze de Statuten doorkruisen. Indien er een conflict tussen dit reglement en de Statuten ontstaat, gaan de Statuten te allen tijde voor.
- Dit reglement geldt ter aanvulling op de Statuten en geldt als leidraad.
- Dit reglement is bedoeld voor strafbare handelingen die plaatsvinden in de sfeer van Sportvereniging V.I.O.S. Strafbare handelingen die geheel in de privésfeer liggen, zullen door het bestuur
niet bestraft kunnen worden.
- Dit reglement vindt geen toepassing indien een betrokkene in strijd met reglementen van de bond handelt, tenzij de belangen van de vereniging op ernstige wijze zijn geschaad of het bestuur
wenselijk acht dat dit reglement wel toepassing vindt. De betrokkene kan onderworpen worden aan het reglement tuchtrechtspraak van de bond, ex artikel 7 lid 6 Statuten.
- Indien bepaald ongewenst gedrag wordt geconstateerd, zal een trainer of teamverantwoordelijke van een team als eerste aanspreekpunt gelden. Aan een trainer of teamverantwoordelijke kan altijd
kenbaar worden gemaakt dat bepaald ongewenst gedrag heeft plaatsgevonden. Indien dit onwenselijk of onmogelijk is, kan iemand altijd terecht bij de vertrouwenspersoon van de bond of indien
beschikbaar bij de vertrouwenscontactpersoon van Sportvereniging V.I.O.S.
- Ondanks het bepaalde in lid 8, kunnen overtredingen dan wel ongewenst gedrag te allen tijde bij het bestuur gemeld worden.
Artikel 2. Strafbaarheid
- Handelen of nalaten in strijd met dit reglement is strafbaar, ex artikel 7 lid 1 sub a Statuten.
- Bij overtreding van dit reglement zijn de volgende straffen mogelijk, ex artikel 7 lid 2 Statuten:
a. berisping;
b. tuchtrechtelijke boete;
c. schorsing voor bepaalde tijd;
d. ontzetting (royement).
- Een ontzetting (royement) kan ook voorwaardelijk worden uitgesproken. Indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, zal een uitgesproken ontzetting worden omgezet naar een schorsing voor
bepaalde tijd.
- De trainer dan wel teamverantwoordelijke van een team kan zelf besluiten om een bepaalde maatregel op te leggen na ongewenst gedrag. Dit zijn expliciet geen straffen als bedoeld in de
Statuten of dit reglement. Niet-limitatieve voorbeelden van deze maatregelen zijn:
a. Waarschuwing;
b. Geen basisplaats;
c. Apart trainen;
d. Gesprek met het team/ouders/lid;
e. Voorwaarden stellen.
Artikel 3. Bevoegdheid bestuur
- Het bestuur is als enige bevoegd om de straffen als bedoeld in artikel 2 lid 2 op te leggen, ex artikel 7 lid 2 Statuten.
- Het bestuur zal op basis van dit reglement en de Statuten trachten een zo gelijkwaardige behandeling na te streven.
- Het bestuur is bevoegd om in afwijking van dit reglement te besluiten, indien zij daar goede gronden voor heeft.
Artikel 4. Wijze van totstandkoming
- Het bestuur kan na eigen constatering van een overtreding van dit reglement overgaan tot het opleggen van een straf.
- Het bestuur kan worden geïnformeerd over een vermeende strafbare handeling op grond van dit reglement door leden en niet-leden van Sportvereniging V.I.O.S. Pas na eigen onderzoek door het
bestuur en vaststelling van een overtreding van dit reglement, kan het bestuur overgaan tot het opleggen van een straf.
- Het bestuur gaat niet eerder over tot het opleggen van een straf totdat het beginsel van hoor en wederhoor is toegepast. Op zijn minst moet de betrokkene de kans hebben gehad zijn kant van
het verhaal toegelicht te kunnen hebben.
- Indien de betrokkene minderjarig is, zal lid 3 toepassing vinden door een gesprek met de ouders/verzorgers of een van de ouders/verzorgers plaats te laten vinden.
- Indien een betrokkene dit wenst, zal deze schriftelijk in kennis worden gesteld over de gang van zaken en de eventuele op te leggen straf. Een betrokkene kan ook verbaal is kennis worden
gesteld. Het bestuur moet wel trachten voor zichzelf de gang van zaken schriftelijk vast te leggen. Statutair is het bestuur verplicht om bij ontzetting betrokkene door middel van een aangetekend
schrijven van het besluit, met opgave van redenen in kennis te stellen, ex artikel 7 lid 5 sub c Statuten.
Artikel 5. Ongewenst gedrag
- Een lid zal zich te allen tijde onthouden van ongewenst gedrag. Onder zulk gedrag valt ten minste:
a. het in welke vorm dan ook uitlaten dan wel publiceren van kwetsende opmerkingen of oproepingen tot geweld;
b. het tonen van ernstig disrespect in woord of gebaar aan leden of de vereniging;
c. het pesten van anderen;
d. het intimideren van anderen;
e. het beschadigen of vernielen van andermans eigendom;
f. het stelen van zaken of middelen van de vereniging of leden;
g. het gebruiken van of dreigen met fysiek geweld;
h. het gebruiken van of dreigen met fysiek geweld tegen een trainer, teamverantwoordelijke of bestuurslid;
i. het seksueel intimideren of misbruiken van anderen, waarbij de ‘Gedragsregels voor begeleiders’, vastgesteld d.d. 19 oktober 2015 één op één hier geldend worden geacht.
- Ander gedrag dan in voorgaand lid is vermeld, kan ook als ongewenst worden aangemerkt. Het bestuur is te allen tijde bevoegd om naar eigen inzicht bepaald gedrag te straffen dat niet in dit
reglement is opgenomen.
Artikel 6. Strafbepalingen
- Het bestuur zal minimaal overgaan tot een berisping indien sprake is van een overtreding van:
a. Artikel 5 lid 1 sub a;
b. Artikel 5 lid 1 sub b;
c. Artikel 5 lid 1 sub c;
d. Artikel 5 lid 1 sub d;
- Het bestuur zal minimaal overgaan tot een tuchtrechtelijke boete indien sprake is van een overtreding van:
a. Artikel 5 lid 1 sub e;
b. Artikel 5 lid 1 sub f;
- De hoogte van tuchtrechtelijke boetes zal bedragen ten hoogste de financiële schade die is veroorzaakt door de betrokkene. Wanneer deze schade op enigerlei andere wijze volledig financieel is
gecompenseerd door de betrokkene, vervalt de mogelijkheid tot een tuchtrechtelijke boete. Indien er geen financiële schade voor de vereniging bestaat, dan is er geen mogelijkheid tot een
tuchtrechtelijke boete.
- Bij een overtreding van artikel 5 lid 1 sub f zal aangifte bij de politie worden gedaan indien zaken van de vereniging zijn ontvreemd.
- Het bestuur zal minimaal overgaan tot een schorsing indien sprake is van een overtreding van artikel 5 lid 1 sub g.
- De lengte van een schorsing in het algemeen zal zijn ten minste één week waarin getraind wordt en ten hoogste tot het einde van het seizoen, tenzij blijkt dat de resterende tijd in een
seizoen om tot schorsing over te gaan, geen recht doet aan de strafbare handeling. In een dergelijke uitzonderingssituatie geldt als maximum voor de schorsing de helft van het volgende seizoen.
- Het bestuur zal minimaal overgaan tot een schorsing tot het einde van het seizoen, indien sprake is van een overtreding van artikel 5 lid 1 sub h. De mogelijkheid tot een voorwaardelijke
ontzetting wordt hier expliciet vermeld vanwege de aard van het vergrijp.
- Het bestuur zal overgaan tot een ontzetting (royement) indien sprake is van een overtreding van artikel 5 lid 1 sub i.
- Het bestuur kan overgaan tot registratie in het registratiesysteem Seksuele Intimidatie bij een overtreding van artikel 5 lid 1 sub i.
Artikel 7. Slotbepalingen
- Het bestuur kan van bovenstaande bepalingen afwijken. Zij is bevoegd bij elke situatie maatwerk toe te passen, doch zich daarbij zoveel mogelijk te houden aan bovenstaande minimale op te
leggen straffen.
- Het bestuur kan ook zwaarder straffen dan minimaal in dit reglement wordt voorgeschreven indien zij daar goede gronden voor heeft.
- Bij meerdere ongewenste gedragingen wordt een gepaste afweging door het bestuur gemaakt over de op te leggen straf(fen). Hierbij dient zij extra aandacht te schenken aan het feit dat er
meerdere ongewenste gedragingen hebben plaatsgevonden.
- Indien er sprake is van recidive, dient dit als verzwarende omstandigheid door het bestuur te worden meegewogen. Dit geldt ook als twee verschillende ongewenste gedragingen na elkaar hebben
plaatsgevonden.
- De privacy van alle betrokkenen dient te allen tijde gerespecteerd te worden. Voorkomen moet worden dat vermeende overtreders publiekelijk aan de schandpaal worden genageld.